Het heilige
R. Otto
Nederlands | 18-09-2012 | 256 pagina's
9789080730014
Paperback / softback
Bekijk inkijkexemplaar
€ 24,90
Tekst achterflap
AWE
Het Engelse woord is moeilijk te vertalen. Ontzag, eerbied, vrees - maar dat is het toch niet. Huiver, geen goed Nederlands woord, komt het dichtst bij de betekenis van awe. Awe, men moet naar dit woord luisteren. Rudolf Otto maakte in zijn befaamde boek Das Heilige de woorden numineus en het numineuze, als hij 'die eigentümliche Kategorie des Heiligen' wenst te benoemen. Hij heeft het woord afgeleid van numen, dat wenk betekent: gebiedende knik. In het verlengde daarvan: goddelijk bevel, goddelijke macht.
Wij kennen het allen. Niet alleen en zelfs niet allereerst in verband met een kerk of een tempel. Een landschap kan numineus zijn. Een bosrand in de lichte nevel van een herfstavond. De woestijn! Wie de Dode Zee ziet met haar loden water, met de uitgemergelde rotsen aan deze en aan de overzijde van het meer, met de enkele, haast onmogelijke oase, kan vermoeden dat het land daar, hoe anders het wellicht vroeger heeft geleken, eremieten herbergde, profeten voortbracht, en tot de vreemdste bespiegelingen aanleiding gaf.
Daar, in de aanwezigheid van awe, van numen, begint elk geloof. Geen mens zou ertoe komen een tempel, een kapel, een kerk te bouwen wanneer de aarde niet verschillend bedeeld was met numen. Waar overvloed bestond van dat numen, daar werd het heiligdom gebouwd.
Recensie/Quote
De geheime kamer van het kasteel In 1917, als de oorlog als een fantoom uit de loopgraven bij Ieper en de Marne omhoog kruipt, verschijnt een boek dat spoedig wereldwijd resoneert: "Das Heilige" van de Duitse godsdiensthistoricus Rudolf Otto. Van de klassieker kwam onlangs een Nederlandse vertaling op de markt, vergezeld van een bundel beschouwingen over deze wijze uit het Westen. Otto's tijdgenoot Karl Küssner wist zich te herinneren welke indruk "Das Heilige" overal maakte. "Ik zag het in de boekenkast bij dokters, leraren, fabrikanten, bij journalisten en diplomaten in verschillende landen, hoorde in Engelse arbeidersscholen, in de salons van de Franse intelligentsia, in kringen van Amerikaanse academici, van Indische Sanskrietleraren over Otto spreken. Gandhi stond met hem in contact en schatte zijn werk hoog." In Nederland vond Otto een warm pleitbezorger in prof. dr. G. van der Leeuw, die zijn magnum opus karakteriseerde als "een van die weinige wetenschappelijke daden die de vanzelfsprekende vooronderstelling vormen van elk verder onderzoek." In "Het heilige" neemt Otto niet het uitgangspunt in een bepaalde godsdienst, kerk, beweging of confessie, maar in het religieuze beleven zelf. In plaats van ideeën over God en het goddelijke, onderzocht hij de aard van de godsdienstige ervaring. Otto had Luther gelezen en van hem begrepen wat de "levende God" betekent voor een gelovige: geen filosofische constructie of abstractie, maar een "mysterium tremendum et fascinans", een angstaanjagend en tegelijk fascinerend en aantrekkend geheimenis. Die tweeheid loopt als een rode lijn door het boek. Otto spreekt, in navolging van Calvijn en Von Zinzendorf, van het "numineuze", het heilig-goddelijke dat als ambivalente grootheid ontoegankelijk is voor elke vorm van rationalisme, en alleen door tekentaal en vingerwijzingen benaderd kan worden. "Het heilige" is een liefdevolle en subtiele ontvouwing van dit numineuze. "Wat is nu eigenlijk dat objectief, buiten mij gevoelde numineuze zelf?" vraagt Otto. "Het gevoel van het mysterium tremendum kan met milde stroom het innerlijk vervullen in de vorm van zwevende stille stemming van verzonken eerbied. Zo kan het overgaan in een rustig vloeiende gestemdheid der ziel, die lang aanhoudt en natrilt, tot zij uiteindelijk wegsterft en de ziel weer in het profane achterlaat. (...) Het kan worden tot het stille en deemoedige sidderen en verstommen van de creatuur voor het - ja waarvoor? Voor wat in onuitsprekelijk geheimenis boven alle creatuur is." Kremlin Dertien kinderen telde het lutheraanse gezin waarin Rudolf Otto (1869-1937) als twaalfde telg ter wereld kwam. Vader Wilhelm was fabrikant. Moeder overleed toen Rudolf twaalf was. Aan haar droeg hij in 1898 zijn dissertatie over Luthers opvatting van de Heilige Geest op. Otto blikte later terug op zijn nest als "de hechte kring van een eenvoudig en bekrompen milieu." Als schooljongen legt hij belangstelling voor andere godsdiensten aan de dag. Door een rooms-katholieke kameraad laat hij zich over de heiligen voorlichten. In het liberale Göttingen studeert Otto godsdienstwetenschap en filosofie. Studiereizen voeren hem naar het Midden-Oosten, Noord-Afrika, India, Birma, China, Japan en Siberië. In brieven en verslagen vertelt hij over zijn ervaringen, doortrokken van een intense beleving: "Ik heb het Sanctus Sanctus Sanctus van de kardinalen in de Sint-Pieter gehoord, het Swiat Swiat Swiat in de kathedraal van het Kremlin en het Holy Holy Holy van de Patriarch in Jeruzalem. In welke taal dan ook, deze woorden, de hoogstverhevene ooit door menselijke lippen gevormd, raken je in het diepst van je ziel, met een machtige huivering het mysterie van die andere wereld die erin verborgen ligt oproepend en openbarend." In 1914 volgt zijn benoeming als hoogleraar in Breslau, enkele jaren later gevolgd door die in Marburg. Vanuit heel de wereld stromen studenten naar zijn colleges. Als in 1917 "Das Heilige" verschijnt, wordt het in het Frans, Engels, Italiaans, Nederlands, Spaans, Zweeds en Japans vertaald. Otto legt een verzameling objecten en cultische voorwerpen uit allerlei godsdiensten aan, die tegenwoordig nog als "Religionskundliche Sammlung" in Marburg te zien is. Mensen die hem ontmoetten, raakten van hem onder de indruk, "meer dan van zijn persoonlijkheid, van een eigenaardige macht en mysterie achter hem, alsof hij een andere wereld toebehoorde. Men voelde het, als hij zweeg", schrijft vergelijkend godsdiensthistoricus Rudolph Boeke. Ondanks alle ontmoetingen leidde Otto een eenzaam leven, op zijn wandelingen slechts vergezeld van zijn hond Flapp. Een enkele keer zong hij in zijn tegen de berg gebouwde woning een lied. Otto geeft verder handreikingen die in huidige discussies over bijbeltaal en liturgische liedteksten een rol zouden kunnen spelen. "Hoe komt het", vraagt hij, "dat juist de ouderwetse en inmiddels soms ondoorzichtige uitdrukkingen in bijbel en gezangboek en de 'andere' manier van zeggen in beide, dat zelfs de half of geheel onverstaanbaar geworden cultustaal de vroomheid geen afbreuk doen maar juist vergroten? Is dat ouderwetse liefhebberij of alleen het blijven hangen aan het overgeleverde? Zeker niet. Het komt doordat het gevoel van het mysterie, van het "gans andere", hierdoor opgewekt wordt en zich hieraan vasthecht." Otto geeft verder handreikingen die in huidige discussies over bijbeltaal en liturgische liedteksten een rol zouden kunnen spelen. "Hoe komt het", vraagt hij, "dat juist de ouderwetse en inmiddels soms ondoorzichtige uitdrukkingen in bijbel en gezangboek en de 'andere' manier van zeggen in beide, dat zelfs de half of geheel onverstaanbaar geworden cultustaal de vroomheid geen afbreuk doen maar juist vergroten? Is dat ouderwetse liefhebberij of alleen het blijven hangen aan het overgeleverde? Zeker niet. Het komt doordat het gevoel van het mysterie, van het "gans andere", hierdoor opgewekt wordt en zich hieraan vasthecht." Sprookje Er gaat een oud sprookje, dat in allerlei vormen bij veel volken voor komt. Hoofdmotief is het meisje dat of de jongen die alleen achter worden gelaten in een groot kasteel. Van alle kamers krijgt de sprookjesheld de sleutels in handen, op één kamer na. Lezing van "Das Heilige" bepaalt weer eens bij wat we al wisten, maar hier onnavolgbaar geformuleerd vinden: dat er een verborgen kamer is, waaromheen al het menselijk hopen en vrezen zich beweegt. Na lezing van het adembenemende "Das Heilige" blijf je als lezer verbaasd achter over Otto's diepzinnigheid en subtiele inzichten. Deze man brengt het denken voor een moment tot stilstand.
Biografie
Rudolf Otto (1869-1937) was een invloedrijke Duitse politicus en filosoof, vooral bekend om zijn werk op het gebied van de religieuze ervaring en fenomenologie. Hij was bevriend met Husserl en heeft belangrijke bijdragen geleverd aan de religieuze fenomenologie. In zijn meest bekende werk, "Das Heilige" (The Idea of the Holy), onderzoekt Otto de aard van religieuze ervaringen. Hij introduceert het concept van het numineuze, dat verwijst naar de mysterieuze en awe-inspirerende aspecten van het heilige. Otto beschrijft de numineuze ervaring als een combinatie van mysterieus, ontzag en fascinatie. Het is een ervaring die niet volledig kan worden begrepen of gearticuleerd, maar die diepgaande impact heeft op individuen. Hij categoriseert religieuze ervaringen in verschillende dimensies: - Mysterium: het onbekende en onbenoembare. - Tremendum**: de vrees en respect die voortkomen uit de ervaring van het heilige. - Fascinans: de aantrekkingskracht en schoonheid van het heilige. #### Invloed en Bijdragen - **Religieuze Studies**: Otto's werk heeft een aanzienlijke invloed gehad op de religieuze studies, vooral in de fenomenologische benadering van religie. Hij heeft de basis gelegd voor het begrijpen van religieuze ervaringen als subjectieve fenomenen. Zijn ideeën hebben niet alleen invloed gehad op de theologie, maar ook op filosofie, psychologie en sociologie. Hij heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van een interdisciplinaire benadering van religieuze studies. Otto bekritiseerde het rationalistische en naturalistische denken dat de religieuze ervaring vaak reduceerde tot louter psychologische of sociale fenomenen. Hij pleitte voor een diepere waardering van de unieke aard van religieuze ervaringen. Rudolf Otto was een sleutelfiguur in de studie van religieuze ervaring en fenomenologie. Zijn concepten over het heilige en de numineuze ervaring blijven relevant in hedendaagse discussies over religie, spiritualiteit en menselijke ervaringen. Zijn werk heeft een blijvende impact gehad op hoe we religieuze ervaringen begrijpen en interpreteren.
Inhoudsopgave
Inleidend woord door Gerardus van der Leeuw Een woord van de vertaler Voorwoord van de schrijver Rationeel en irrationeel Het numineuze Het ‘creatuurgevoel’ (Momenten van het numineuze I) Mysterium tremendum (Momenten van het numineuze II) Wat is nu eigenlijk dat objectief buiten mij gevoelde numineuze zelf? Het moment van het ‘tremendum’ (het ontzagwekkende) Het moment van het overmachtige (‘majestas’) Het moment van het ‘energieke’ Het moment van het mysterium (het ‘volstrekt andere’) Numineuze hymnen (Momenten van het numineuze III) Het fascinans (Momenten van het numineuze IV) Het ontzagwekkende ‘Ungeheuer’ (Momenten van het numineuze V) Overeenkomsten Contrastharmonie. Wet van de gevoelsassociatie Schematisering Het sanctum (het heilige) als numineuze waarde (Momenten van het numineuze VI) Het augustum (het verhevene, het eerbiedwaardige) Bedekking, verzoening Wat betekent irrationeel? Uitdrukkingsmiddelen van het numineuze Directe middelen Indirecte middelen Uitdrukkingsmiddelen voor het numineuze in de kunst Het numineuze in het Oude Testament Het numineuze in het Nieuwe Testament Het numineuze bij Luther De twee ontwikkelingsprocessen van het numineuze Het heilige als categorie a-priori Deel I De vroegste religieuze fenomenen (het ontstaan) De stadia van het ‘ruwe’ Het heilige als categorie a-priori Deel II De manifestaties van het heilige Het divinatievermogen Divinatie in het vroege christendom Divinatie in het huidige christendom Het religieuze a-priori en de geschiedenis; samenvatting en conclusie Nawoord van Rudolf Otto BIJLAGEN Het spontane ontwaken van het numineuze gevoel (sensus numinis) Zwijgende eredienst Richard Flecknoe: Heilig Zwijgen, uit stilte geboren Verklarende woordenlijst Literatuur Register Een wijze uit het westen, beschouwingen over Rudlf Otto Rudlf Otto: De genadereligie van India en het christendom Colofon
Details
EAN : | 9789080730014 |
Uitgever : | Vrije Uitgevers, De |
Vertaler : | J.W. Dippel |
Publicatie datum : | 18-09-2012 |
Uitvoering : | Paperback / softback |
Taal/Talen : | Nederlands |
Hoogte : | 225 mm |
Breedte : | 146 mm |
Dikte : | 19 mm |
Gewicht : | 521 gr |
Status : | POD (Beschikbaar als print-on-demand.) |
Aantal pagina's : | 256 |
Reeks : | Fenomenologische Klassieken |