Korte beschrijving/Annotatie

In De Grappigste Woorden neemt auteur Valdar Berkenbosch je mee op een reis langs 131 woorden die je laten glimlachen. Ontdek de betekenis en herkomst van woorden als hansworst, pietlut en ammehoela.

Tekst achterflap

Wie is toch die Hans uit hansworst? En waar kennen we Piet uit pietlut eigenlijk van? Wat is er zo koninklijk aan het woord ammehoela? Waar zitten onze hurken? Onze kladden? En onze lurven? Wanneer zie je de meeste oelewappers in het wild? Waarom word je vrolijk van koekeloeren? Valdar Berkenbosch (1964), eindredacteur en zelfbenoemd amateur-etymoloog, neemt je mee op een avontuurlijke reis door de taal. Een ontdekkingstocht die het definitieve antwoord zal geven op de vraag: welk Nederlands woord is het allergrappigst? valdar.substack.com

Biografie

Valdar Berkenbosch (1964) is het pseudoniem van een eindredacteur met een meer dan drie decennia omspannende carrière in de tijdschriftenwereld. Berkenbosch heeft met zijn geestige schrijfstijl en scherpe observaties een trouwe schare volgers verzameld op X (het voormalige Twitter). Valdar is ook de drijvende kracht achter de opkomende uitgeverij Snotaap, die zich richt op het uitgeven van grappige cadeauboeken. Zijn passie voor taal en humor komt duidelijk naar voren in zijn wekelijkse publicaties op Substack.com, waar hij schrijft over de grappigste woorden en andere luchtige onderwerpen.

Inhoudsopgave

A 09 Aanfluiting * Abracadabra * Achterklap * Addergebroed * Achenebbisj * Amechtig * Ammehoela * Appelflauwte * Attenoje B 19 Bakkeleien * Bakkes * Bakvis * Baliekluiver * Balorig * Belatafeld * Belhamel * Bijgoochem * Blaaskaak * Blitskikker * Bobo * Bolleboos * Bombarie * Broddelwerk C 31 Crapuul D 33 Deksels * Desalniettemin * Doerak * Dondersteen * Droeftoeter * Drommels * Druiloor * Druistig * Dwingeland E 41 Epibreren * Euvel F 45 Feeks * Flapdrol * Flessentrekker * Flierefluiter * Fluks * Fnuikend * Foetsie G 53 Gallemiezen * Geteisem * Giechelen * Ginnegappen * Gleuvenrijder * Gniffelen H 59 Habbekrats * Hansworst * Hatsiekiedee * Heikel * Heisteren * Hobbelen * Honnepon * Hotemetoot * Huilstruik * Hurken J 69 Jeremiëren K 71 Kenau * Kierewiet * Kinnesinne * Kladderadatsch * Kletsmajoor * Kluns * Kniesoor * Knudde * Koddebeier * Koekeloeren * Koeterwaals * Kornuit * Krakkemikkig * Kuierlatten * Kwibus L 85 Labbekak * Ladelichter * Lanterfanten * Lurven M 91 Mafklapper * Mesjogge * Miesgasser * Mieters * Mokkel * Muilpeer N 99 Nitwit * Nopjes * Nor O 103 Obstinaat * Oelewapper * Oen * Okidoki * Olijk * Oorvijg * Ootje P 111 Paljas * Pardoes * Parlevinker * Patjepeeër * Pietlut * Plopper * Poeha * Poespas R 119 Rambam * Rapaille * Ratsmodee S 123 Santenkraam * Sapperdeflap * Schlemiel * Schobbejak * Schorem * Schorriemorrie * Secreet * Sikkepit * Sloddervos * Sloerie * Smikkelen * Snars * Snoeshaan * Snotaap * Starnakel * Stoethaspel T 137 Trammelant * Troelala * Tureluurs V 141 Verfomfaaid * Verhip * Vermaledijd * Vlegel W 145 Watjekouw * Wiedes Z 149 Zwetsen

Details