Samen duizelen we

Jaela Cole


Nederlands | 27-05-2022 | 320 pagina's

9789464102741

Paperback / softback


26,99

 Voorraad in de winkel
   POD (Beschikbaar als print-on-demand.)




Korte beschrijving/Annotatie

Tragikomische roman over vallen. Diep vallen. En weer overeind komen.

Tekst achterflap

Het lichaam van Sarah weigert dienst. Stoer is ze wel. Echt crashen overkomt de anderen, niet haar. Haar zestienjarige zoon Ferre worstelt dan weer met opgroeien. Bovendien draagt zijn liefje Esther een zware rugzak als kind van co-ouders. Samen duizelen ze. Maar Sarah en Ferre zijn degenen die vallen. Ferre stort letterlijk naar beneden en Sarah valt om. Ze wordt een paardje in de medische mallemolen waar voornamelijk mannen de kwast pakken en nog een ritje krijgen. Haar traject met beenbeugels en baarmoeders koopt haar geen oplossing. Ze eindigt telkens met een beetje minder lichaam. Gulzig ontwikkelt Sarah een nieuwe levensstijl, waarin de tranen blijven stromen, humor van levensbelang blijkt en vergeving en mildheid geen zweverige begrippen blijven.

Recensie/Quote

Ik heb enorm genoten van de rechttoe rechtaan-stijl van Jaela Cole, vond de personages geloofwaardig en de humor verfrissend. En ik heb zelden een betere seksscène gelezen dan die van Maarten en zijn minnares.

Biografie

Jaela Cole (1973) is relatietherapeut, seksuologisch hulpverlener en columnist van 'Op de sofa' in De Morgen Magazine. Ze publiceerde twee romans met een vrouwelijk hoofdpersonage. In haar praktijk werkt ze met vrouwen en koppels die worstelen met verlangen, verbinding en verlies van intimiteit. Haar wetenschappelijk onderbouwde maar toegankelijke methode doet het verlangen herontdekken. Jaela schrijft zoals ze begeleidt: met helderheid, humor en mededogen.

Details

EAN :9789464102741
Auteur: 
Uitgever :Overamstel Uitgevers
Publicatie datum :  27-05-2022
Uitvoering :Paperback / softback
Taal/Talen : Nederlands
Hoogte :210 mm
Breedte :135 mm
Dikte :29 mm
Gewicht :425 gr
Status :POD (Beschikbaar als print-on-demand.)
Aantal pagina's :320