Korte beschrijving/Annotatie

Voor nieuwe Nederlanders. Doelgroep: NT2.

Tekst achterflap

In het Nederlands hoor je heel veel woorden en uitdrukkingen die onbegrijpelijk of heel raar zijn voor immigranten en die je soms niet in woordenboeken kunt terugvinden. In dit boek vind je er ongeveer 1200 en daarnaast lees je steeds een uitleg/verklaring/omschrijving. Vaak staat er een tekeningetje bij. Er is ook een trefwoordenlijst/een rij van woorden. Daarmee vind je de uitleg/betekenis. Alles is geschreven in Nederlands dat je makkelijk kunt begrijpen. Zonder moeilijke woorden. Het boek is met veel liefde gemaakt, speciaal voor immigranten/nieuwe Nederlanders/inburgeraars/statushouders... nou ja, eigenlijk voor iedereen die het èchte Nederlands wil leren babbelen/kletsen/spreken.

Slogan/Promotie

Je hoort mensen wel eens zeggen "O, zèg dat dan!" Dat betekent dat ze eerst niet begrepen wat je zei, maar nu wel. Het is een uitdrukking/zegswijze. In het Nederlands hoor je veel uitdrukkingen. In dit boek vind je ongeveer 1200 Nederlandse woorden en uitdrukkingen die onbegrijpelijk of heel raar zijn voor immigranten en die je soms niet in woordenboeken kunt terugvinden.

Biografie

"Jullie uitdrukkingen zijn heel moeilijk te begrijpen, voor immigranten!" zei Amani, een Soedanese dame die al heel goed Nederlands spreekt. En daar heeft ze een punt/daarin heeft ze gelijk. Daarom hebben Paul en ik, met hulp van Eve Ahrens dit boek gemaakt. Speciaal voor immigranten/inburgeraars. En toen we het aan andere mensen vertelden, stuurden die ook brieven en e-mailtjes met allerlei uitdrukkingen. Ook die staan in dit boek.

Inhoudsopgave

Uitdrukkingen, straattaal en andere woorden die bijna onbegrijpelijk zijn voor inburgeraars - p. 2 Lijf en lichaamsdelen, van top tot teen - p. 6 Geld, rijkdom, armoe en zaken doen - p. 13 Dieren, bomen en planten - p. 16 Vreemdelingen, familie en andere mensen - p. 18 Eten, drinken, koken, roken, slapen en kleding - p. 21 Spel, beweging, stoppen en stilstand - p. 26 In de winkel, op het werk en op school - p. 33 Ziekte, gezondheid, leven en dood - p. 37 Denken, doen en laten - p. 39 Boosheid, verbazing, schrik, angst, verdriet, plezier, medeleven en andere stemmingen - p. 48 Hoe je "uu" uitspreekt en "ng" - p. 55 Buiten: verkeer, wegen, woningen enzovoort - p. 56 Het weer en de tijd - p. 58 Scheldwoorden, vloeken, beledigingen en ander groffe, platte en schuine opmerkingen - p. 62 Iets, veel, weinig of genoeg, gelijk, ongelijk, eens en oneens. p. 64 Woordjes om tijd te winnen, om de aandacht te trekken of om niet met een mond vol tanden te staan - p. 72 De klemtoon/nadruk - p.74 Trefwoorden - p.75

Details